Voor veel beleggers voelt belasting als iets dat pas speelt wanneer de aangifte op de mat valt. In box 3 werkt het precies andersom. Alles draait om één moment: 1 januari.
Op die dag kijkt de Belastingdienst naar je vermogen en bepaalt zij hoe dat vermogen fiscaal wordt behandeld voor het hele jaar dat volgt.
Die momentopname is meedogenloos. Het maakt niet uit of je in februari alles belegt, in de zomer winst neemt of in december weer verkoopt. Wat telt, is waar je geld zich bevindt op de eerste dag van het jaar en in welke categorie het valt. Precies daar gaat het vaak mis bij particuliere beleggers die cash bij een broker aanhouden.
Veel mensen denken dat niet belegd geld automatisch spaargeld is. In de praktijk blijkt dat een gevaarlijke aanname. Bij de ene broker is cash inderdaad spaargeld, bij de andere broker is exact hetzelfde bedrag fiscaal gezien een belegging. Dat verschil kan je in één nacht honderden euro’s kosten.
Het principe: waarom 1 januari de belangrijkste dag is voor je vermogen
Box 3 belast niet je daadwerkelijke rendement, maar een verondersteld rendement. De Belastingdienst gaat ervan uit dat verschillende soorten vermogen gemiddeld een bepaald rendement opleveren. Dat fictieve rendement verschilt sterk per categorie.
Op 1 januari wordt je vermogen verdeeld over die categorieën. Vervolgens wordt per categorie een fictief rendement berekend en daarover betaal je belasting tegen het box 3 tarief, dat in 2025 en 2026 36 procent bedraagt.
Het gevolg is dat één administratief detail, zoals de manier waarop een broker je cash aanhoudt, een groter effect kan hebben dan een jaar lang slim of voorzichtig beleggen.
Dezelfde euro, totaal andere belasting
Stel je hebt 10.000 euro die je tijdelijk niet belegt. In je hoofd is het gewoon cash. Toch kan die 10.000 euro in box 3 bijna niets kosten of juist honderden euro’s belasting opleveren.
Als het bedrag wordt gezien als spaargeld, geldt een laag fictief rendement. Wordt hetzelfde bedrag gezien als belegging, dan geldt een veel hoger fictief rendement. Het verschil ontstaat zonder dat je iets anders doet dan je geld op een andere plek parkeren.
Dit maakt de jaarwisseling verraderlijk. Wat op 31 december logisch voelt, kan op 1 januari fiscaal ongunstig uitpakken.
De grote kloof in fictieve rendementen in 2025 en 2026
Hoe de Belastingdienst vermogen indeelt
Voor box 3 gebruikt de Belastingdienst verschillende vermogenscategorieën. Voor de meeste beleggers zijn vooral twee categorieën relevant: banktegoeden en overige bezittingen, waar beleggingen onder vallen.
Voor elke categorie geldt een eigen fictief rendement. Dat percentage staat los van je werkelijke opbrengst. Zelfs bij nul rendement of verlies rekent de fiscus met deze vaste percentages.
Fictieve rendementen per categorie
Onderstaande tabel laat zien hoe groot de verschillen zijn tussen spaargeld en beleggingen.
Vermogenscategorie | Fictief rendement 2025 | Fictief rendement 2026 | Toelichting |
Banktegoeden, spaargeld | 1,44 procent | circa 1,3 tot 2,1 procent | Definitief percentage volgt later |
Beleggingen, overige bezittingen | 5,88 procent | 6,00 procent | Vastgesteld voor 2026 |
Het verschil is groot. In 2025 wordt een belegging ruim vier keer zwaarder aangeslagen dan spaargeld. In 2026 kan dat verschil nog verder oplopen. Dat maakt de fiscale indeling van cash cruciaal.
Bank versus beleggingsonderneming
Wanneer is cash echt spaargeld
Cash wordt in box 3 als spaargeld gezien als het op een bankrekening staat die juridisch van jou is. Meestal gaat het om een rekening met een eigen IBAN op jouw naam, die valt onder het depositogarantiestelsel.
Dit zie je bij banken die ook beleggen aanbieden en bij brokers die werken met een aparte cashrekening bij een bank. In die gevallen staat je geld daadwerkelijk bij een bank en wordt het fiscaal behandeld als banktegoed.
Het gevolg is gunstig: het lage fictieve rendement voor spaargeld is van toepassing.
Overzicht populaire brokers: wel of geen bankvergunning
Brokers met bankvergunning | Brokers zonder bankvergunning | |
Brokers | ABN AMRO Beleggen ING Beleggen Rabobank Beleggen Saxo Bank DEGIRO (via flatexDEGIRO Bank) BUX | Interactive Brokers LYNX eToro Trading 212 Easybroker Meesman |
Hoe wordt cash aangehouden | Persoonlijke bankrekening of cash account bij een bank met IBAN | Vordering op broker, verzamelrekening of geldmarktfonds |
Depositogarantiestelsel | Ja, tot 100.000 euro per persoon per bank | Nee, of indirect via constructie |
Sterke indicatie box 3 | Spaargeld, banktegoeden | Belegging, overige bezittingen |
Fictief rendement 2025 | 1,44 procent | 5,88 procent |
Fictief rendement 2026 | Rond 1,3 tot 2,1 procent | 6,00 procent |
Vermogensbelasting | Laag | Hoog |
Wanneer cash als belegging wordt belast
Bij brokers zonder bankvergunning kan het anders lopen. Zij houden vaak geen individuele bankrekening voor je aan. Je geld wordt dan juridisch anders vormgegeven.
Een veelvoorkomend voorbeeld is het gebruik van geldmarktfondsen. Je cash wordt belegd in een fonds dat heel veilig is, maar fiscaal blijft het een belegging. De Belastingdienst ziet het niet als spaargeld.
Een andere situatie is de verzamelrekening of stichting derdengelden. Je geld staat niet op een persoonlijke bankrekening, maar op een gezamenlijke rekening. Jij hebt daarmee een vordering, geen banktegoed.
Ook constructies waarbij cliëntgeld strikt gescheiden wordt gehouden, bieden geen garantie voor een gunstige box 3 behandeling. Bescherming bij faillissement is iets anders dan fiscale kwalificatie.
In al deze gevallen valt cash onder overige bezittingen en wordt het belast tegen het hoge fictieve rendement.
De rekensom: wat kost een verkeerde keuze
Een simpel voorbeeld maakt het verschil tastbaar. Stel je hebt op 1 januari 50.000 euro boven je heffingsvrije vermogen en dat bedrag staat stil als cash.
Situatie op 1 januari | Fictief rendement | Box 3 tarief | Jaarlijkse belasting |
Cash als spaargeld | 1,44 procent | 36 procent | ongeveer 259 euro |
Cash als belegging | 6,00 procent | 36 procent | ongeveer 1.080 euro |
Het verschil bedraagt meer dan 800 euro per jaar. Dat is geen koersverlies en geen transactiekost. Het is puur het gevolg van de manier waarop je broker je geld aanhoudt.
Let op voor peildatumarbitrage en de drie maanden regel
Het lijkt voor sommigen een logisch idee om eind december beleggingen te verkopen, het geld tijdelijk als spaargeld te parkeren en begin januari weer in te stappen. De wetgever heeft dit gedrag expliciet willen voorkomen.
Als je binnen drie maanden rond 1 januari van beleggingen naar spaargeld schuift en daarna weer terug, mag de Belastingdienst die transacties negeren. Dit heet peildatumarbitrage.
In de praktijk betekent dit dat snelle bewegingen rond de jaarwisseling zelden het gewenste fiscale effect hebben. Wie box 3 wil optimaliseren, moet keuzes maken die langer standhouden.
Checklist: check dit voor 1 januari bij je broker
Voor je de jaarwisseling ingaat, loont het om deze punten na te lopen.
Controleer of je broker een bankvergunning heeft of werkt met een persoonlijke bankrekening voor je cash.
Bekijk in je jaaroverzicht hoe je cash vorig jaar fiscaal werd gerapporteerd.
Controleer of je cash automatisch in geldmarktfondsen wordt ondergebracht.
Zet overtollige cash die je niet direct wilt beleggen op een echte spaarrekening.
Maak keuzes ruim vóór eind december om problemen met de drie maanden regel te voorkomen.
Waarom dit voorlopig belangrijk blijft
Het huidige box 3 systeem is tijdelijk, maar blijft naar verwachting nog meerdere jaren van kracht. Pas later wil de overheid overstappen op belasting op werkelijk rendement. Tot die tijd blijft de fiscale behandeling van cash bij brokers een belangrijk aandachtspunt.
Voor beleggers betekent dit dat niet alleen rendement telt, maar ook structuur. Wie vóór 1 januari checkt hoe zijn broker met cash omgaat, voorkomt dat een administratieve detail een structurele kostenpost wordt.
De brokerfout die beleggers op 1 januari geld kost
Voor veel beleggers lijkt belasting pas relevant wanneer de aangifte moet worden ingevuld, maar in box 3 valt de beslissing al op 1 januari. Wie dan niet precies weet waar zijn geld staat en hoe het fiscaal wordt gezien, kan ongemerkt honderden euro’s per jaar te veel betalen.

Gerelateerde artikelen
Meer lezen? Bekijk ook deze gerelateerde artikelen.
De brokerfout die beleggers op 1 januari geld kost
Voor veel beleggers lijkt belasting pas relevant wanneer de aangifte moet worden ingevuld, maar in box 3 valt de beslissing al op 1 januari. Wie dan niet precies weet waar zijn geld staat en hoe het fiscaal wordt gezien, kan ongemerkt honderden euro’s per jaar te veel betalen.
Wat brokers jou niet vertellen over valutakosten
Steeds meer beleggers investeren buiten de eurozone, maar staan zelden stil bij de verborgen kosten die daarbij komen kijken. Valutakosten lijken klein en onschuldig, maar kunnen ongemerkt een groter deel van het rendement opslokken dan welke zichtbare beleggingskosten dan ook.
Dit maakt DEGIRO een dure broker in 2026
Valutakosten zijn een vaak over het hoofd geziene, maar hoge kostenpost voor beleggers die handelen in buitenlandse aandelen. Vooral bij brokers zoals DEGIRO, waar de automatische wisselfunctie standaard actief is, kunnen deze kosten ongemerkt oplopen tot honderden euro’s per jaar.


